Inleiding
Voor een goed inzicht in onze financiële positie is het van belang om inzicht te krijgen in de potentiële mee- en tegenvallers (risico’s) en in onze mogelijkheden om deze tegenvallers op te vangen (= de weerstandscapaciteit). Dit inzicht geeft een beeld van de robuustheid van onze financiële situatie. Naast het verkrijgen van inzicht in de financiële weerbaarheid proberen wij met het uitvoeren van risicomanagement een voortschrijdend en structureel inzicht te verkrijgen in de risico’s die we lopen bij het behalen van de doelstellingen van de organisatie.
Voor de beoordeling van ons weerstandsvermogen zijn twee elementen van belang:
- de weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover wij (kunnen) beschikken om niet-begrote, onvoorziene kosten (risico’s) te dekken;
- de risico’s: risico’s van materiële betekenis waarvoor geen maatregelen, in de vorm van bijvoorbeeld een verzekering of voorziening, zijn getroffen.
Twee maal per jaar, bij de programmabegroting en bij de jaarstukken, actualiseren we onze risico's en beoordelen we in hoeverre ons weerstandsvermogen toereikend is. Dit doen we aan hand van de gestelde kaders uit de vastgestelde nota risicomanagement en weerstandsvermogen (2021). De beschikbare weerstandscapaciteit zoals deze blijkt uit deze jaarrekening zetten we af tegen de geactualiseerde en gekwantificeerde risico-inventarisatie per maart 2023.
In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op de beschikbare weerstandscapaciteit en de wijze waarop deze is berekend, de benodigde weerstandscapaciteit en het risicoprofiel waarop dit is gebaseerd en de relatie tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit. Tot slot gaan we in op een aantal financiële kengetallen.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Tot de weerstandscapaciteit van de gemeente worden gerekend:
• De algemene reserves
• De onbenutte belastingcapaciteit OZB
• De begrotingsruimte
Algemene reserves
Onder onze algemene reserves verstaan we de algemene reserve en de reserve Grondbedrijf. De boekwaarde van de algemene reserve per 31 december 2022 bedraagt € 15,2 miljoen en de omvang van de reserve grondbedrijf € 31,0 miljoen.
De onbenutte belastingcapaciteit OZB
De onbenutte belastingcapaciteit is de extra ruimte die we hebben om de belastinginkomsten te maximaliseren. In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgelegd dat we hiervoor de ruimte hanteren die er is ten opzichte van de artikel 12 normen voor een redelijk belastingpeil.
De norm (redelijk peil OZB voor 2022), zoals vastgesteld in de meicirculaire 2022, bedraagt voor het jaar 2023 0,1729% van de totale WOZ waarde. Toepassing van deze norm op de totale WOZ-waarde van Nieuwegein leidt tot een bedrag van € 21,9 miljoen. Afgezet tegen de opbrengst OZB in 2022 ad € 19, 2 mln. betekent dat een onbenutte belastingcapaciteit OZB van € 2,7 mln. We zien dat de ontwikkeling van de tarieven in Nieuwegein afwijken van die in het hele land.
Voor de riool- en afvalstoffenheffing geldt dat sprake is van vrijwel kostendekkende tarieven (zie paragraaf lokale heffingen). Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Op grond van bovengenoemde uitgangspunten kan de beschikbare weerstandscapaciteit als volgt worden weergegeven:
Beschikbare weerstandscapaciteit | Stand per 31-12-2022 |
---|---|
Algemene reserve | 15.192 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 2.700 |
Reserve grondbedrijf | 31.049 |
Totale beschikbare weerstandscapaciteit | 48.941 |
Nb.: deze weerstandscapaciteit is berekend aan de hand van de gegevens uit de jaarrekening, de voorgestelde resultaatbestemming is hier niet in verwerkt.
Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen moet de beschikbare weerstandscapaciteit afgezet worden tegen de risico's.
Voor deze jaarrekening zijn de risico's per 1 maart 2023 in kaart gebracht. Het totale ingeschatte maximale gevolg op basis van kansberekening van alle geïnventariseerde risico's medio februari 2022 bedraagt afgerond € 68 miljoen. Door de maximale gevolgen van de individuele risico's bij elkaar op te tellen ontstaat een te negatief oordeel over het weerstandsvermogen. Het is immers vrijwel zeker dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voor zullen doen. Daarnaast zal niet ieder risico zich daadwerkelijk in de maximale omvang voordoen. Om deze overschatting van risico's te voorkomen is gebruik gemaakt van risicosimulatie (de Monte Carlo methode). In de nota risicomanagement en weerstandsvermogen is vastgesteld dat voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van een risicosimulatie waarbij een zekerheidspercentage van 90% wordt gehanteerd. Uit de uitgevoerde risicosimulatie volgt dat met 90% zekerheid een bedrag van € 11,7 miljoen voldoende is om alle risico's van de gemeente te kunnen afdekken (de benodigde weerstandscapaciteit).
Er zijn gemeentebreed vele risico's in beeld. Dit betreft niet alleen financiële risico's, maar ook bijvoorbeeld juridische, personele en imagorisico's. In onderstaande tabel presenteren wij alleen de belangrijkste financiële risico's voor wat betreft kans en gevolg. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit zijn uiteraard alleen financiële risico's meegenomen. Zoals opgemerkt wordt de totale omvang van de benodigde weerstandscapaciteit berekend op basis van kansberekening, terwijl in het hieronder opgenomen staatje de maximale omvang van individuele risico's is opgenomen. Een vergelijking van deze bedragen is derhalve niet relevant.
Onderstaand overzicht omvat de belangrijkste (in omvang dan wel kans) risico's:
Belangrijkste financiële risico's | Kans | Maximaal financieel gevolg |
---|---|---|
Risico | ||
Risico's grondexploitatie* | divers | € 23,5 mln. |
Onvoldoende accres Gemeentefonds | 15% | € 3,0 mln. |
Ontwikkelingen Verbindion | 5% | € 2,5 mln |
Financiële gevolgen ziekteverzuim | 60% | € 2,0 mln. |
* Dit betreft de uitkomsten van de afzonderlijk voor deze exploitaties uitgevoerde analyse en de daarop toegepaste risico-simulatie naar de stand van maart 2023.
Belangrijkste wijzigingen in de risico's:
Zoals hiervoor weergegeven actualiseren we twee keer per jaar onze risico's. De laatste keer was in september 2022 voor de begroting 2023. We zien een toename van de risico's. Zowel in omvang als ook wat betreft de kans dat eer risico optreedt. Dat heeft globaal gezien vooral te maken met de toenemende onzekerheid in de wereld en het effect daarvan op de overheidsfinanciën en inflatie.
Ten opzichte van deze laatste inventarisatie hebben zich de volgende wijzigingen voorgedaan:
- Allereerst is het totaal van de risico's voor het grondbedrijf verder toegenomen. Het maximale financiële gevolg bedraagt € 28,1 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door toegenomen onzekerheid met betrekking tot de opbrengsten verkoop City en Rijnhuizen-Noord. Ook het risico op een lagere opbrengst binnen het Klooster voor wat betreft deelgebied 4 is meegenomen. Verder is het risico op hogere kosten op de verschillende exploitaties hoger ingeschat.
- De hoge inflatie in 2022 en het effect daarvan op CAO's waaronder die voor gemeenten leidt tot hogere kosten voor gemeenten. Binnen de afgesproken systematiek worden deze kosten gecompenseerd via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De wijze van berekenen brengt echter het risico met zich mee dat deze compensatie tekort schiet.
- De investeringen door Verbindion waar de gemeente voor garant staat brengen een risico met zich mee. Enerzijds dat er een beroep wordt gedaan op de garantstelling, anderzijds dat de waardering van Verbindion op de gemeentelijke balans moet worden bijgesteld. De kans daarop achten wij niet heel groot. Het bedrag wordt ingeschat op € 2,5 mln..
- Het ziekteverzuimpercentage over 2022 bedroeg 8,6%. Sinds jaren wordt ambtelijk extra capaciteit vrijgemaakt voor beheersing en voorkomen ziekteverzuim. Tegelijkertijd hebben we ook in 2022 nog te maken met de effecten van corona, zowel qua ziekmeldingen als werkdruk. Het risicobedrag is bepaald op de extra kosten die moeten worden gemaakt om de uitval van het voorkoombare ziekteverzuim op te vangen. De ondergrens is het niet-beïnvloedbare verzuim. Dit is 4%.
- Een risico dat niet meer is opgenomen betreft de stijging van de energiekosten voor de gemeentelijke accommodaties. Deze is inmiddels in de ramingen verwerkt en daarmee als risico opgelost.
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt de ratio voor het weerstandsvermogen.
Beschikbare weerstandscapaciteit: | € 48,9 | ||
---|---|---|---|
--------------- | = Ratio weerstandsvermogen: | 4,2 | |
Benodigde weerstandscapaciteit: | € 11, 7 |
De verhouding tussen de benodigde weerstandscapaciteit, gebaseerd op de risico-inventarisatie en de beschikbare weerstandscapaciteit, gebaseerd op de omvang van onze reserves (exclusief de resultaatsbestemming over 2022), is meer dan ruim voldoende. Ten opzichte van de jaarrekening 2021 is de ratio toegenomen. Ondanks het feit dat de risico's zijn toegenomen. De stijging van de ratio is het gevolg van een nog hogere toename (relatief gezien) van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Financiële kengetallen
Sinds 2015 is in het Besluit Begroting en Verantwoording vastgelegd dat over een aantal financiële kengetallen moet worden gerapporteerd. Deze kengetallen zijn bedoeld om inzicht te geven in de financiële weer- en wendbaarheid van de gemeente. Hiermee krijgt de raad gemakkelijker inzicht in de financiële positie van de gemeente en in de baten en lasten. Deze kengetallen vormen een verbinding tussen de verschillende aspecten die de raad in de beoordeling van de financiële positie kan betrekken om daar een verantwoord oordeel over te kunnen geven. De kengetallen leveren daarmee ook een bijdrage aan de kaderstellende en controlerende rol.
Hieronder presenteren wij de kengetallen van Nieuwegein over rekening 2020, begroting 2021 en jaarrekening 2021.
| jaarrekening 2021 | begroting | jaarrekening 2022 |
---|---|---|---|
netto schuldquote | 58 | 65 | 46 |
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 64 | 70 | 51 |
solvabiliteitsratio | 31% | 25% | 29% |
structurele exploitatieruimte | 0,16% | 1,82% | 0,36% |
kengetal grondexploitatie | 3,37 | 0,7 | 6,21 |
belastingcapaciteit | 95% | 97% | 90% |
Hieronder lichten wij de kengetallen toe.
Netto schuldquote: |
---|
Netto schuldquote min verstrekte leningen: |
Solvabiliteit: |
Structurele exploitatieruimte: |
Kengetal grondexploitatie: |
Belastingcapaciteit: |